![]() |
  Den Achterweg of de Lange Mispit rond 1938   |
![]() |
  |
De onderstaande tekst is gemaakt
door Piet van Dongen |
|
Nu de Nieuwstraat, maar toen werd het "den Achterweg" of "de Lange Mispit" genoemd. Als we bij de Zomerstraat beginnen had je op de hoek in de Zomerstraat "Het huis met de luifel", eerst slagerij van Kaslander, later de winkel van Dingeman van der Heide, met er aan vast op den Achterweg een paar stallen die later als garage gebruikt werden. Dan de achteruitgang van Jongejan, van het postkantoor aan de Zomerstraat. Deze uitgang had meer te betekenen, want hier was ook de schuur waar de postkar in stond. Dit was een tweewielige kar met een vrij hoge dichte bak, waar de postbodes de post mee van en naar de RTM tram haalden en brachten. Er naast was de werf van Lauw Guldemeester, waar grind en zand lag opgeslagen, met een kalkput, waar muren en plafond mee gedaan werden. Dan een schuur met gereedschap en opslag, hier maakten ze ook granieten aanrechten en dorpels, ze zaten dan uren te schuren om het mooi glad te maken. Dit werd met de hand gedaan. Guldemeester had ook een speciemenger met een benzinemotor, dat was al heel modern. Ik heb hem eens mogen reparen (was toen een jaar of 15) en een echte rekening er van gemaakt, op zaterdagavond ben ik hem gaan innen. Hoe hoog dat de rekening was weet ik niet meer, maar op rekeningen van f.10,- of meer, moest toen een plakzegel van f.0,15 met datum en hantekening, zie hiervoor de afbeelding. |
|
![]() |
Dit was een aankoop die wij deden in 1955 bij Braber. De betaling werd bezegeld door de plakzegel,
zo werd die ook genoemd, en getekend met datum van betaling. Als je meer wil weten over deze plakzegels kijk dan op: home.casema.nl/leobakx/Plakzegels.htm Plakzegels waren er in veel vormen maar die van 10 cent en 15 cent werden in het algemene betalings verkeer gebruikt. |
Naast de schuur van Guldemeester was Diepenhorst de schilder, ook hij had een grote werkplaats,
waar materialen werden opgeslagen en een schilderswinkel met een woonhuis er naast. In de schuur werden met een Bascule de varkens gewogen.
Grote gewichten tot 25 kg werden er voor gebruikt. Het varken ging in een houten kooi en op de andere kant werden de gewichten gezet,
tot er evenwicht was. De gewichten werden opgeteld en je wist het gewicht van het varken. Eens per jaar werden deze gewichten door het ijkwezen geijkt.
Het verschil werd met lood gecompenseerd in een uitholling onder in het gewicht. Piet van Ek de timmerman, had daarnaast een grote opslagloods van hout, het hout werd met de beurtschippers Waling of de Graaf van uit Rotterdam in de haven aangevoerd en op de kaai gelost. Er naast de achteruitgang van Labeur die naar het woonhuis aan het Achterdorp ging en nog gaat. Het was de enige achteruitgang die het Achterdorp aan die kant had. Dan waren er in die tijd twee garages door Dingeman Braber gebouwd, één werd door Bert en Riek Zoon als groente hal gebruikt, waar ze hun handel in deden. Braber gebruikte er zelf één voor zijn DKW auto en zijn motor, een Panter, deze motorfiets heeft hij in de oorlog verstopt en is ongeschonden de oorlog door gekomen (de merken meen ik mij te herinneren). Hun woonhuis was aan den Achterweg en de winkel in de Winterstraat, Henk en Bastie waren onze leeftijdgenoten. Met Henk Braber speelden Leen Labeur en ik ook regelmatig. Henk had een "vliegende Hollander", waar in 1938 met de geboorte van prinses Beatrix een aanhanger achtergemaakt werd en wij zo met de optocht door het dorp mee konden rijden. Mijn vader en meester Immerzeel hebben hem in elkaar geknutseld. Meester Immerzeel maakte een mooie ooievaar van triplex, een rietenmand werd zijn nest, zijn staart is net nog te zien op onderstaande foto. Prinses Beatrix lag als pop in een oude kist van een Mc.Cormick zelfbinder wat tot wiegje omgetoverd was. Een paar papieren mutsen op, een sjerp en klaar was kees. Henk moest trappen en wij helpen trekken en zo reden wij mee in de optocht. |
|
![]() |
31 januari 1938 op "Het Hof", van links naar rechts: Leen Labeur, Jan Rooi, Jan van Dongen, Henk Braber op z’n vliegende Hollander, Henk Immerzeel, Piet van Dongen, meester M. Immerzeel. |
Als we de straat over steken en beginnen bij de Winterstraat, dan kwam eerst de werkplaats van
Piet van den Tol met er naast de tuin van de dames de Graaf. Dan de poort van de tuin van Notaris Kostermans van de Voorstraat. De Voorstraat was de straat waar de notabelen woonden, daarom zal de Nieuwstraat indertijd wel den Achterweg genoemd zijn, waar hun tuinen en schuren op uitkwamen. De timmermans werkplaats van Piet van Ek was in mijn herinnering groot. Het was een imposant gebouw, er stond een grote dieselmotor met een drijfwerk, wat op zijn beurt weer de verschillende houtbewerkingmachines aandreef. Later is deze dieselmotor vervangen door een grote elektromotor die in driestappen op snelheid kwam en het dan uitzong, een machtig geluid (nu zou je zeggen geluidoverlast). Maar hij deed nog meer, wat voor ons kinderen van groot belang was. Als het ging vriezen hield hij met een paar mannen het ijs op de Kerkgracht in de gaten en legde dan stiekem 's nachts met een paar mannen "balkers" onder het ijs zodat we veilig konden schaatsen. Er werd ons verteld als Piet van Ek de balkers er onder heeft gedaan is het ijs veilig. |
|
Kijk maar op de foto het is echt waar !!! |
![]() |
Naast Piet van Ek had Bram Nieuwland zijn werkplaats, waar hij meubels stoffeerde,
mevr. Nieuwland deed de winkel en verkocht meubelen in de winkel op de Voorstraat. In de schuur ernaast, daar uit deed mijn vader de handel in landbouwmachines. Eerst had hij een Indian motorfiets met zijspan, maar later huurde hij van zijn neef Piet van Dongen een Two Seater Chevrolet om beurzen en klanten te bezoeken, als wij mee mochten rijden, gingen we in de kattebak wat tof was. Hij was agent voor Boeke & Huidekoper uit Haarlem, waar hij o.a Mc.Cormick machines van verkocht, maar ook andere landbouwmachines als eggen, ploegen, kunstmeststrooiers enz. Zo heeft hij de eerste Alfa Laval melkmachine verkocht rond 1938 aan Sacharias Poortvliet, met een Mc Cormick benzinemotor om de vacuümpomp aan te drijven. Hij verkocht vooral zelfbinders om het graan te maaien en gelijktijdig te binden, zowel voor paarden tractie als om aangedreven te worden door tractoren, veelal Fordsons waren in opkomst, "Flakkee ging mechaniseren"! De binders kwamen in kisten van Amerikaans grenenhout aan uit Amerika. Veel kippen en varkenshokken zijn toen van dat hout getimmerd. De machines werden dan in de schuur in elkaar gezet, soms 's avonds laat, waar Jan Knöps, de broer van Willem Knöps de smid dan bij kwam dan helpen, dat mocht om een of andere reden niet en daarom werden de ramen van de schuur geblindeerd, zodat Kramer de politieagent het niet kon zien. Alles werd toen aangevoerd met de beurtschippers uit Rotterdam. Zelfs een dorsmachine voor Piet Both werd zo aangevoerd. Het zal wel een heel karwei geweest zijn om deze in Rotterdam aan boord te krijgen en in de haven van Dirksland weer te lossen. Ze deden het toen gewoon zoo !!! (met twee oo's ) In 1938,moest mijn vader ons huis Achterdorp 118 en de schuur op den Achterweg verkopen, omdat hij de hypotheek door de "crisis jaren" niet af kon lossen. Hij was f.50,- per jaar achter en doordat de hypotheeknemer overleed en de kinderen het portie op eisten moest er verplicht verkocht worden. Bram Nieuwland kocht de schuur en ging hier verder met zijn zoons in meubel stoffering en binnen timmerwerk, vader huurde van Bram Nieuwland de kleinere schuur en zo heeft hij zijn handel tot 1940 gedaan tot hij is overleden. Op den Achterweg was onderling goed contact bij de ouderen en wij als jongens hebben hier heel wat afgespeeld. In de giervaten speelden we onderzeebootje en deden we verstoppertje en andere spelletjes op de stapels hout. |
|
![]() |
Van links naar rechts de uitgangen van de Voorstraat, vermoedelijk waren dit ook vroeger de koetshuizen
van de Voorstaat. De twee grote schuren van Piet van Ek met ernaast de werkplaats van Bram Nieuwland en de schuur van mijn vader. Van links naar rechts: Piet van Dongen 9 jaar, Aagt van Dongen van den Doel (moeder), Co van Dongen, Job van Dis, Frans Verhoeven, loonwerker te Goeree die de Mc Cormick T6 tractor binder op luchtbanden gekocht had van mijn vader, Jan Matheus met hoed. |
Naast de schuur waren enkele woningen, in één van die woningen hebben wij een poosje gewoond. Dan de tuin van dr. Boot die daar ook zijn achteruitgang had, in deze tijd heeft hij er het oude gebouw afgebroken, wat ook een koetshuis geweest zal zijn en er een garage gebouwd. Cor Zoon had er zijn slachthuis, waar wij ook gingen kijken als er geslacht werd, meestal mocht dat niet, want dan hield hij de deuren dicht, het was dan ook een niet zo’n fris gezicht, maar als jongens vond je het wel interessant. Ik ben dan ook in de voetsporen van mijn vader getreden en heb mijn opleiding na de oorlog bij Boeke en Huidekoper in Haarlem gehad, waar mijn vader een gewaardeerd agent voor was, die helaas te vroeg is gestorven, toen ik 12 jaar was. |
|
Dit was een stukje over mijn jeugd op den Achterweg, of Lange-mispit, van wat mij is bij gebleven.
Het was er een nijvere bedoening. Het is geschreven zoals ik het heb beleefd. Het is nu 2006, dus ± 70 jaren terug is een hele tijd. Piet van Dongen JM.zn. |